Het kabinet heeft deze week voorgesteld om het tarief voor de overdrachtsbelasting voor niet-woningen te verhogen van 6% naar 7%. Op basis van de toelichtende stukken lijkt deze verhoging vooralsnog in werking te treden op 1 januari 2021. Onder deze zogeheten niet-woningen worden onder meer verstaan bedrijfsgebouwen, winkelpanden, maar ook grond die bestemd is voor woningbouw, hotels en aanlegplaatsen voor woonboten. Op grond van het Belastingplan zal deze verhoging van de overdrachtsbelasting per 2021 de staatskas jaarlijks 297 miljoen euro opleveren. Voor wat de coalitie betreft dienen deze extra inkomsten worden aangewend voor de uitvoering van het Klimaatakkoord.
Voor de verkrijging van woningen blijft het tarief voor de overdrachtsbelasting voorlopig staan op 2%. Wel heeft het kabinet aangegeven prioriteit te geven aan het oplossen van problemen van starters op de woningmarkt door het nemen van fiscale maatregelen, zoals vrijstelling van overdrachtsbelasting bij de verkrijging van een eerste woning. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft toegezegd in oktober met nadere details omtrent deze eventuele vrijstelling te komen.