Op 5 juli jl. is bekend geworden dat de tijdelijke wet transparantie turboliquidatie op 15 november inwerking treedt. De wet beoogt de transparantie van de regeling van de turboliquidatie te vergroten, de rechtsbescherming van schuldeisers te verbeteren en misbruik ervan effectiever te bestrijden.
Onder “turboliquidatie” wordt verstaan: de ontbinding op eigen initiatief van rechtspersonen zonder baten. Als een rechtspersoon geen baten heeft op het tijdstip van ontbinding, valt het tijdstip van ontbinding samen met de beëindiging van de rechtspersoon. Dit geldt ook als de rechtspersoon schulden heeft. Misbruik van de regeling ligt op de loer in het geval de rechtspersoon ophoudt te bestaan met achterlating van schulden. Het onbetaald laten van schulden kan te maken hebben met onrechtmatig of frauduleus handelen van bestuurders.
De wet legt het bestuur de verplichting op om in geval van turboliquidatie een slotbalans op te stellen en te deponeren, die vergezeld gaat van een bestuursverklaring en van een slotuitdelingslijst. Ook eventueel nog ontbrekende jaarrekeningen over eerdere boekjaren moeten alsnog worden gedeponeerd indien een verplichting tot openbaarmaking daarvan bestaat waaraan nog niet is voldaan. De slotbalans betreft een balans en een staat van baten en lasten over het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden. De bestuursverklaring betreft een schriftelijke toelichting waaruit de oorzaak blijkt van het ontbreken van baten en het bestaan van eventuele schulden. De slotuitdelingslijst moet laten zien dat de schulden, voor zover met de resterende baten schulden zijn voldaan, volgens de wettelijke rangorde zijn voldaan in het kader van de voorafgaande afwikkeling. De voorgestelde verantwoordings- en bekendmakingsplicht gaat gelden ongeacht of de beëindigde rechtspersoon schulden achterlaat of niet.
De hiervoor bedoelde verantwoordingsdocumenten moeten binnen veertien dagen na de ontbinding van de rechtspersoon worden gedeponeerd door het bestuur bij het handelsregister. Nadat het bestuur deze deponering heeft gedaan, moet het eventuele schuldeisers hiervan onverwijld op de hoogte stellen. De mededeling dat de deponering is gedaan, is vormvrij.
Met de verantwoordings- en bekendmakingsplicht worden schuldeisers in de gelegenheid gesteld zich een beter beeld te vormen van de actuele financiële situatie van hun schuldeiser, of zich wellicht onregelmatigheden hebben voorgedaan in het zicht van ontbinding of dat er slechts sprake is geweest van betalingsonmacht en worden zij in staat gesteld te beoordelen of en zo ja, welke, route tot herstel zij kunnen en willen bewandelen (vereffening, aansprakelijkstelling van het bestuur of faillietverklaring). De gedeponeerde stukken kunnen ook behulpzaam zijn bij het voldoen aan de bewijslast in deze procedures.
In het geval waarbij schulden achterblijven, maakt het wetsontwerp het mogelijk om bestuurders langs civielrechtelijke weg een bestuursverbod op te leggen, als zij: (i) niet aan de voorgestelde deponeringsverplichting hebben voldaan; (ii) in aanloop naar de ontbinding doelbewust één of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld, of (iii) herhaaldelijk betrokken zijn geweest bij een ontbinding zonder baten met achterlating van schulden, tenzij hen daarvan geen persoonlijk verwijt treft. Het voorgestelde bestuursverbod beoogt malafide ontbindingen zonder baten te bestrijden.
De in de wet opgenomen maatregelen gaan in principe gelden voor twee jaar. Na afloop van de genoemde periode van twee jaar kan de wenselijkheid blijken om de maatregelen structureel in te voeren.
Vragen? Neem contact op met: Peter-Jan Hopmans